“Het kind uit de dessa” - Soldaat G. Caf�

Verhalen
Verloren zonen  Batoe Radja 1 maart 1949
A-  A+

Gabriël Café

Vanmiddag, omstreeks een uur, kwamen Jan Kok en Jan Kloppenburg uitgeput uit de rimboe gestrompeld. Met open armen werden zij in Pulau Panggung opgevangen. Wat een opluchting, twee van de drie vermiste jongens zijn weer terecht. Maar wat zagen zij er uit en welke verschrikkingen hebben zij meegemaakt. Het begon allemaal toen majoor Mol hen de opdracht gaf om de tweede wagen met Marius van Koll op te sporen en daarna uit te zoeken of er van de eerste wagen nog jongens waren ontkomen. De tweede wagen was alweer op weg naar Pulau Panggung om hulp. Even later in de buurt van de eerste wagen moesten de beide jongens machteloos toezien hoe Simandjuntak en zijn bende een orgie van wreedheid aanrichten. En hoe de rampokkers de groene en bebloede uniformen van de vermoorde jongens aantrokken.Van uit de verte leken zij nu opeens op Hollandse soldaten. Dat was dan ook de bedoeling van deze aasgieren. In de verwarring die op dit alles volgde zijn de beide Jannen verdwaald. Tot het invallen van de duisternis hebben zij gezocht om daarna de nacht in de jungle door te brengen. De volgende morgen zijn zij verder gaan dwalen en zoeken. 's Middags om drie uur vonden zij een hutje op een ladang. In het hutje echter troffen zij een tani aan. Tot de volgende morgen hielden zij zich verscholen in de hut, intussen moesten zij wel de tani beletten alarm te slaan. Op aanwijzing van de tani zijn zij de volgende dag richting Pulau Panggung gaan lopen.

 

Maar hoe betrouwbaar is zo'n aanwijzing? Zij kruisten een pad naar Prapau, een boerengehucht. Op weg naar Prapau ontmoetten zij de Sumatraan Mahari bin Linggar. Deze vriendelijke man heeft onze beide soldaten dwars door het terrein naar Pulau Panggung geloodst. De beide jongens waren uitgeput en gehavend, maar daar herstel je wel van. Behalve de geestelijke schade, daar doe je je gehele leven mee. Na dit avontuur mochten zij een paar dagen met verlof naar Batoe Radja. Zij mochten bij de Bataljonscommandant op de thee komen. Deze bikkelharde emotieloze officier sprak de jongens bemoedigend toe. Om bij te komen van de schrik stelde hij de jongens voor om weer eens gezellig mee te rijden met een ravitailleringskonvooi. Dit was teveel voor Jan Kok, hij schuimbekte van woede. "Wil je ons g.v.d. nog een keer kapot laten maken!" beet hij de B.C. toe. (Dit voorval is gesust en er is geen rapport van opgemaakt.)

Na zijn Indiëperiode trad Jan Kok in dienst bij de marine. Enkele jaren later emigreerde hij naar Australië
Jan Kloppenburg’s latere leven is enorm beïnvloed door zijn oorlogstrauma
Piet Roda wordt nog steeds vermist.