“Het kind uit de dessa” - Soldaat G. Caf�

Verhalen
Sukkel  Sugihwaras 19 april 1949
A-  A+

Gabriël Café

Vandaag heen en weer naar Batoeradja gereden, voorraden ophalen, in m'n eentje zonder bewaking. Zelfs geen hond kreeg ik mee en ik, sukkel, pikte het weer. Maar wat moet je dan? Dienstweigeren? Zeg het maar. Ik ben vandaag ook twee keer Toeboehan gepasseerd en geen glimp van Rusjka. Ik vraag mij af hoe het met haar gaat. Houdt ze nog een beetje van mij? Heeft zij ooit van mij gehouden? Tot nu toe is de relatie helaas platonisch.

De overplaatsing naar Pulau Panggung gaat niet door. Al het transport daar wordt nu door een gepantserde wagen verricht. Een opluchting voor mij, het is daar in de bergen echt bloedlink. Luitenant Olij, het opperhoofd van het chauffeurspeloton heeft een nieuwe baan voor mij. Over een week moet ik mij melden bij de Ondersteuningscompagnie in Martapoera. Zeventig kilometer hiervandaan. Ik krijg daar een vaste baan als chauffeur op een watertankwagen.